Oant sjen
'Oant sjen' klinkt het gesmoord uit de mond van oom A. 'Oant sjen' zeg ik. Oom A zit in zijn stoel en lijkt kleiner dan een paar minuten geleden, toen hij mij van zijn plek stuurde om er zelf plaats te nemen. Mijn vader heeft net afscheid genomen en staat met mijn tante in de keuken te praten. Mijn oom neemt nog eenmaal de moeite om voor me op te staan, voor de 'keninginne' doet hij dat, hoewel het hem deze keer teveel moeite kost. 'Leave, dat is niet nodig' zeg ik rustig, en begeleid hem terug in de stoel, hij kan letterlijk niet meer op zijn benen staan. We zeggen gedag, zoals altijd met de woorden 'oant sjen', die we in gedachten aanvullen met 'waar dan ook en wanneer dan ook'. Het zijn ook altijd mijn woorden geweest, ze namen een centrale plaats in in mijn 'terra mirabili', in mijn bedrijf. Ik begon mijn ZZP-schap met die woorden naar mijn cliënten en nam er afscheid mee. Afscheid nemen doen we ook nu. Ik sta bij de deur en draai me nog één keer om, ik kan het niet laten. Vol emotie overbrug ik nog eenmaal de afstand naar de stoel waar hij zit en omhels hem met beide armen. We huilen samen. Nog één keer. 'Het is zoals het is' zegt hij met verstikte stem. 'Ja' zeg ik met vaste stem, 'en het is goed zoals het is'. 'Denk je?' vraagt mijn oom dringend nu, 'ga ik dat voelen denk je?', hulpzoekend kijkt hij met zijn betraande ogen naar me op. Met even betraande ogen antwoord ik zelfverzekerd 'ja, er komt een moment dat het goed is. Dan is het niet zoals het is, dan is het goed. Ik weet het. Ik heb het gezien bij mem. Dan is het goed.' De woorden blijven een moment in de lucht hangen. 'Oant sjen' zeggen we nog een keer en deze keer loop ik vastberaden de deur uit. Het is zoals het is, voor alles is een tijd en een plaats en dit afscheid was goed zoals het is, er is niets aan toe te voegen.
Mijn tante gaf zijn afscheidswoorden de week erop een treffende toevoeging; 'oant wy elkoar wer moetsje', de woorden uit een lied wat zij en mijn oom meerdere malen zongen in hun koor. De woorden krijgen een plek op de rouwkaart, mijn oom overleed op 6 januari 2023. De afscheidsdienst was waardig en passend. Een dienst mét en zonder een rouwrand, een dienst om zijn leven te vieren en samen 'oant sjen' te zeggen. Een dienst vol dankbaarheid. Om die reden, en om vele andere redenen, verdient mijn oom en ons contact een plek in 'alles van waarde'. Ik kijk met dankbaarheid terug op de verbinding in het afgelopen jaar. Na het overlijden van mem (zij krijgt hier ook een plek, zoveel weet ik zeker, ook al heb ik voor haar de juiste woorden nog niet gevonden) mocht ik genieten van een aantal bezoeken en contact met hem en zijn vrouw. Ik kijk er niet alleen met dankbaarheid op terug, ik waardeer het ook. Het intens beleven van alles wat er in het moment is voegt waarde toe aan mijn leven en maakt mij gelukkig. Ook in de verdrietige en intense momenten. Het zijn momenten om met elkaar te 'zijn'. Er voor elkaar zijn is niet nodig, met elkaar zijn of met elkaar zijn is genoeg. Daar is niets aan toe te voegen.
Ik wens al mijn aan- en afwezige vrienden, mijn aan- en afwezige familie en mijn nog te (her-) ontmoeten vrienden een warm 'oant sjen'.
Hear, wes mei ús oant in oare kear.
Wol oant wersjen oer ús weitsje;
lit gjin kwea ús rigen reitsje.
Hear wês mei ús oan’t in oare keer.
Hear, wês mei ús oant in oare kear,
wol ús mei jo wjukken hoedzje,
stypje as de stoarmen woedzje.
Hear, wês mei ús oant in oare kear.
Hear, wês mei ús oant in oare kear.
Wol de wegen foar ús sljochtsje,
ús net nei ús sunden rjochtjse.
Hear wês mei ús oant in oare kear.
Hear, wês mei ús oant in oare kear,
as wy wurch en warleas binne,
lit ús dan troch Jo oerwinne.
Hear, wês mei ús oant in oare kear.
Lied 416 - Frysk
De tekst en muziek bij de prachtige Ierse zegenbede 'oant wy elkoar wer moetsje' en een foto van een wel heel kleine dreumes (toen nog heel blond!) tussen heit en mem in, op de trouwerij van oom A en tante I. Oom A. wist het nog en zag het voor zich, ook zonder hulp van de opgeduikelde foto. Ik wist het vanzelfsprekend niet meer. Wat ik niet ook niet had kunnen weten, maar wel wist was iets anders...... In een kaart aan oom A refereerde ik spontaan en intuïtief aan een tekst in Korinthiërs 13. Wat blijkt? Het was hun trouwtekst.....
"Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde."
- 1 Korinthiërs 13, vers 13 -
@ januari 2023
Een beetje hulp is meer waard dan een lange preek
Of in dit geval, een beetje hulp is nodig om naar de lange preek te komen. Aanstaande zondag is het Eeuwigheidszondag, in de kerkdienst worden de overledenen van het afgelopen jaar middels het aansteken van een kaars en een kort woordje herdacht. Het is de moeite waard om naar Friesland te reizen. Zoals gebruikelijk met de nodige voorbereidingen, voorwaarden en een beetje hulp. Hulp waar ik me niet meer voor schaam, de nieuwe ergo heeft inhoudelijk nog niet veel adviezen kunnen geven maar de module (die ik eigenwijs ga herschrijven) doet dat wel. En zo zit alles mee vandaag; ik stond vroeg op, het eten stond klaar, de koelkast was daarna leeg en het douchen en aankleden verliep voorspoedig en zonder al te veel (pijn)klachten. Op Schiedam Centrum trof ik werkende liften aan en even daarvoor op metrostation Troelstralaan trof ik een aardige oma met haar kleinkind met wie ik een praatje maakte. Met oma dan, het kleintje van veertien maanden bracht alleen een paar woorden uit met zo nu en dan een ontevreden huilbui. Terwijl ik wacht op de trein naar Rotterdam observeer ik de mensen op het perron. De vrouw met blauw haar, rode jas, een gebloemd shirt wat onder haar jas vandaan komt en een felgekleurde hoofdtelefoon over haar oren, valt meteen op. Voor mijn doel niet geschikt oordeel ik en ik laat mijn blik op de jongere mannen zonder koffer of bagage vallen. Daar verwacht ik mijn hulp van. Zoals altijd loopt het precies zoals ik het niet verwacht. Ik stel mijn vraag voor het instappen in het algemeen en het is de bloemrijke dame die meteen reageert. Zonder enige inspanning draagt ze mijn koffer en wanneer we op Rotterdam aankomen zoekt ze mijn blik en interpreteert mijn lichaamstaal juist. Ze steekt haar hand gebiedend uit om de koffer aan te nemen en met een brede lach biedt ze haar hulp opnieuw aan. Ik bedank haar hartelijk en voel me rijk gezegend met de mensen op mijn pad.
Eenmaal op station Rotterdam besluit ik de verplichte rustpauze en plaspauze over te slaan, dat kost immers meters, inspanning en dus energie, en ik hoef niet lang op de trein te wachten. Ik heb nog geen slachtoffer gespot, maar ook hier loopt alles vanzelf, een jongeman wacht geduldig tot de stroom reizigers is opgedroogd en draagt mijn koffer de treden op. Ik plof meteen op een tweepersoonsplek neer met mijn koffer als buffer naast me. In het rek krijg ik het ding toch niet en als beschermer tegen onwelkome medemensen, hoe lief ook, is het een probaat middel. Met mijn weerstand en vatbaarheid is het nu eenmaal niet verstandig andere mensen te dicht te naderen. Bovendien heb ik mijn ruimte nodig. Voor mezelf opkomen en mezelf helpen, dat is het thema van deze week. Ook voor wat betreft de preek. De preek zal de moeite waard zijn, maar een beetje hulp heb ik er wel voor nodig, en als het echt niet gaat….dan help ik mezelf. Waarschijnlijk aan een ligplek in het ouderlijk thuis en doet de radio het werk.
(en zo geschiede (hoewel de reden anders was dan ik verwachtte toen ik dit schreef), ik was thuis met de twee jongste spruiten en dat was precies zoals het zijn moest. Genieten met een lach en een traan.)
@ november 2022
Toegewijd hart
Over rozen gaat het/mijn leven niet, schreef ik eerder al, maar over cyclamen wel! Ik kon onvoldoende bouwen en vertrouwen op mijn nieuwe vaste hulp (hoe aardig de dame ook is en blijft) en ik kwam voor mij zelf op. Op een maandag, ik wachtte al een half uur op haar komst, meldde mijn nieuwe vaste hulp dat ze op donderdag zou komen. Of dat oké was? Ietwat verbouwereerd antwoord ik dat het dat is én of ze het voortaan eerder wil aangeven, ik had me niet uit Friesland hoeven haasten (of beter gezegd: Heit had dat niet hoeven doen) als ik had geweten dat ze later kwam. Helaas werd ik diezelfde maandagavond ziek (corona) en was de hulp op de betreffende donderdag weliswaar niet overbodig, maar wel verboden; Corona schijnt besmettelijk te zijn. In overleg met T-zorg krijg ik de maandag daarop wél hulp, weg zijn mijn klachten niet, maar aangezien ze er ook al waren voor de tweede keer corona, zou ik nooit meer hulp kunnen krijgen. Ik lach iedere keer als ik een brief van een fysio of iets dergelijks krijg, 'bij griep of andere luchtwegklachten kom je niet' staat er dan. Eh, die luchtwegklachten heb ik altijd, zo niet, vaak, het hoestje is er ook, en koorts is ook een goede bekende geworden. Als ik op een goede dag het huis uit kan of een afspraak kan nakomen, laat ik me door die klachten niet weerhouden! Enfin, dat terzijde. De vervang-hulp die komt draagt dezelfde naam als een tante-zegger van me en ik voel me, terwijl ik nog zo ziek als een hond ben, onmiddellijk prettig in haar aanwezigheid. Meer dan op de bank liggen en zo nu en dan een ja of een nee uitbrengen kan ik nog niet en de hulp gaat zelfstandig haar weg in dit voor haar vreemde huis, naar volle tevredenheid. De hulp voelt zich ook bij mij thuis, ze waardeert mijn huis, voelt de prettige leefomgeving, observeert mij goed en voelt aan wat ik in dat moment nodig heb. Voor herhaling vatbaar, maar aangezien ik net een nieuwe vaste hulp heb verwacht ik deze hulp niet meer. Wanneer het weer maandag is verwacht ik dus mijn nieuwe vaste hulp, helaas, zij komt niet. Deze keer hoor ik in de ochtend, via de app, dat ze op woensdag wil komen. Nu breekt mijn klomp, het kost me een overweging maar ik neem een besluit, ik kom voor mezelf op. Stoer app ik terug dat ze me mag vertellen op welke vaste dag ze bij mij gaat werken. Het mag iedere dag zijn, maar het wordt een vaste dag en ik moet erop kunnen vertrouwen. Als ze op de haar toegewezen vaste dag niet kan, dan mag ze dat met haar baas regelen, niet met mij! Ik voel me bezwaard, het is een aardige en hardwerkende dame (zo hard werkend dat ze met regelmaat eerder weggaat omdat ze 'klaar' is), maar helaas, ik heb op dit moment meer nodig dan hard werken en aardig zijn, en als je eerder klaar bent dan heb je tijd over voor andere dingen, een huishouden is nooit af. Ik regel het overigens ook met haar baas. Het blijkt niet voor niets dat de organisatie app- contact ontmoedigt, zij blijken niets te weten van het verzetten van de vaste dag (ondanks mijn mailtje van de vorige keer) en ook is het eerder weggaan (variërend van een half uur tot een uur) niet volgens afspraak. We regelen het naar tevredenheid; nog twee weken krijg ik de hardwerkende en aardige hulp en dan volgt de naamgenoot van mijn tante-zegger haar op. Vandaag stond ze voor de deur. Ik wist dat ik niet de enige was die blij was met deze ruil, maar deze aankomst had ik niet verwacht. Ze staat op de stoep met een plantje. Een aardigheidje. Ontzettend aardig. Ik zal wel geen aardigheidjes mogen aannemen, en zij zal ze wel niet mogen geven, maar ik heb er onder deze omstandigheden lak aan. Het komt uit een goed hart en de warme menselijkheid treft mij. Soms zijn de dingen zo bedoeld en een maatschappij waarin we menselijk mogen zijn en spontaan aardig en warmvoelend mogen zijn doet de mens goed. Zou meer mensen goed doen! Ik ben er dankbaar voor en schat het gebaar naar waarde. Het zal toeval zijn, net zo toevallig als de ontmoeting met deze hulp toen mijn nieuwe vaste hulp niet kon, maar de cyclaam doet haar naam eer aan! Dank voor menselijkheid, voor warmte en natuurlijk voor de hulp en ondersteuning.
De cyclaam hoort bij de sleutelbloemfamilie en groeit rond het Middellandse Zee gebied. De soort die het tot kamerplant heeft geschopt – Cyclamen persicum – komt oorspronkelijk uit Perzië, het huidige Iran. Filosoof Plato omschreef de plant al in de 4de eeuw voor Christus. De naam is afgeleid van het Griekse woord 'kuklos', dat cirkel betekent. Zowel de afgeplatte knol als de groeiwijze van de plant is cirkelvormig. Zo'n knol kan tientallen jaren oud worden, er zijn zelfs exemplaren bekend die de honderd haalden en nog altijd bloeiden. Cyclaam staat symbool voor het meevoelende, toegewijde hart en werd om die reden bij oude kloosters, ribats (de islamitische versie hiervan, een soort versterkt fort) en kerkhoven in de landen rond de Middellandse Zee aangeplant. In Japan is Cyclaam de heilige bloem van de liefde.
@ november 2022
Hoofdprijs
Dat het leven niet altijd over rozen gaat, dat weten we allemaal en ik ben er (helaas) ook bekend mee. Corona bovenop long-covid en andere gekkigheid, een onbehouwen huisarts die mij energie kost terwijl ik doodziek in bed lig (nog net niet in mijn eigen vuil, maar dat scheelde niet veel, ik denk zo'n 10 centimeter), een inspannend en teleurstellend bezoek aan het UWV en mijn wereld stort in. Ik maak het mezelf flink lastig door ook nog eens een lieve vriend tegen het zere been te schoppen (tja, wat zal ik zeggen, was man liebt das neckt sich en soms zie je gewoon zelf niet wat je doet) en de wanhoop is compleet. Nog ziek en verzwakt weet ik het even niet meer. Ik doe mijn best, maar kán niet meer. Mijn boesem voelt met me mee en weet wel raad. Ze stapt in Friesland samen met manlief in de auto en verrast me met haar lieve zijn. En de zijne, natuurlijk. Praktisch als altijd brengt ze een tas vol boodschappen mee, kookt ze voor me, snijdt ze groente om in de vriezer te doen, vouwt ze mijn was op en bergt ze dat zelfs op (een vertrouwelijke klus kan ik je zeggen) en ze ruimt mijn rotzooi op. Ondertussen drinken we wat thee, stopt ze me wat toe, hang en lig ik lusteloos op de bank en kletsen we wat. Ook haar echtvriend is me echt tot steun. Of ik de collectie thrillers op zijn usb stick werkelijk ga lezen, dat weet ik niet, het is wellicht geen slecht idee, iets wat vroeger leuk was kan dat nu ook nog zijn! De uren vliegen voorbij, de gesprekken en de huilbuien ook. Als ik de deur achter mijn lieve, onbetaalbare en onovertroffen boesem-vrienden dichtdoe zing ik het uit "wat heb ik het toch goed". Het is soms maar net hoe je het bekijkt ;-).
@ oktober 2022
Zin en on-zin
Ik ben flink ziek, nogmaals corona bovenop de long-covid, het hakt erin. De zoemende vlieg die bij voorkeur 's nachts om mijn oren heen danst maakt de toch al slapeloze nachten niet gemakkelijker. De eerste nacht dat mijn nieuwe beste vriend er is zwaai ik slap en lusteloos met mijn hand in de lucht, de tweede nacht vloek ik er een keer bij, de derde nacht zet ik de ventilator aan in de hoop dat de luchtstroom het werk doet (en tegen oververhitting door koorts is het ook best lekker), de vierde nacht sta ik zelfs een keertje naast mijn bed om het beest te lokaliseren (ik moest toch naar het toilet) en de vijfde nacht mis-sla ik mijn gouden kans. Blijkbaar geldt hier het dubbel scheepsrecht; in nacht zes zie ik mijn kans schoon en mep het beest met een bedboek hardhandig naar de andere wereld. Terwijl ik het boek terugleg en de titel lees borrelt de schaterlach op, het is me niet nogal toepasselijk, het boek wat ik in mijn handen houdt heet: de zin van het leven........
@ oktober 2022
Mokken
Nee, hoor, geen pruillipjes hier! Mokken is sowieso niet mijn ding, hoewel ik flink boos kon zijn komt dat tegenwoordig nog zelden voor.
Ik schrijf drieëntwintig september in het jaar tweeduizendtweeëntwintig , mijn vader meldde zich al vroeg bij de Spar om de bestelde oranjekoek voor de verjaardagsvisite op te halen. Enigszins ontstemd komt hij terug. Mijn boodschappen heeft hij wel bij zich, de zijne niet. De medewerker van de Spar vergat de bestelling door te geven en dientengevolge is de taart nog niet gearriveerd. Ze belooft te bellen zodra de taart er is, maar als ik aangekleed en wel beneden kom is er wél visite en geen telefoontje en dus geen taart. Ik besluit de taart persoonlijk te gaan halen, autorijden gaat vandaag lukken en ik kijk mijn tante/tweede-mem vragend aan om mee te gaan, dan gaat het zeker! Zo gedacht, zo gedaan. Twee vrouw sterk staan we even later voor de toonbank met banket, waar ik natuurlijk angsvallig afstand van houd, en vragen om de beloofde en al afgerekende taart. 'We hebben nog niet gebeld' zegt het meisje verdedigend. 'Nee', antwoord ik kalm, 'maar ik ben hier wel. Ga toch maar even kijken'. Terwijl het meisje naar de opslag loopt, zeg ik dat we koste wat kost die taart meenemen zometeen. Dan halen we het ding gewoon op! Het zal niet zo zijn dat mijn vader het op de eerste-verjaardag-na-enz het zonder taart moet stellen en de broers en zussen van beide zijden geen gebak voor kan zetten. Maar ergens weet ik dat dit goed komt. En zo blijkt. Het meisje komt terug met de taart, 'nou' zegt ze, 'ze werden nét afgeleverd, de bakker kwam nét aanrijden.' Mooi zo, denk ik opgeruimd en met taart en bon-ter-bewijs ostentatief in mijn hand been ik met mijn tante terug naar de ingang. Onderweg krijg ik de burendag-mokjes in het oog. Bij aankoop van DE producten een mok gratis, zo lang de voorraad strekt, lees ik hardop. Mooi, mijn mokjes vallen één voor één en soms met z'n tweeën tegelijk stuk, die kan ik gebruiken. Eens kijken of ik heit ertoe kan overhalen om zijn DE koffie hier in te kopen, houdbaar is het toch wel. Mijn vader is bereid, dat zeker, maar nog voor ik eraan toe kom met zijn pinpas te gaan winkelen, halen de gebeurtenissen mij in. Ik ben met mijn inmiddels gearriveerde zus in de 'stad' wanneer ik een bericht krijg. 'Kun je hier wat mee?' schrijft mijn tante bij een foto van vier DE-mokjes. 'Natuurlijk, wat leuk!!!' tik ik enthousiast terug. De mokken worden zelfs in rap tempo aan huis bezorgd. En zo komt het dat ik de zeventwintigste september in het jaar tweeduizendtweeëntwintig met mokken en al naar huis wordt gereden.
Tige by tige leave twadde mem!
@ september 2022
Het komt je toe
Dat schreef een vriend van me vorige week. Het klinkt prachtig en hartverwarmend, maar of het ook altijd zo werkt? Maar, het moet gezegd, vorige week kwam me ook veel toe. Zelfs een godvrezende therapeut kwam letterlijk naar me toe en ik heb echt moeten puzzelen op dat 'waarom?'. Om op mezelf te vertrouwen was mijn eerste ingeving, ook als een therapeut van hogerhand ingegeven adviezen geeft die bij mij niet echt landden. Of, om voor mezelf op te komen, dat kon het ook zijn.
Na die eerste oefening zette ik dat laatste lijntje door; ik meldde gisteren een probleem met het downloaden van kobo-plus-en-dus-'gratis'-boekenbij bolpuntkom. Via de irritante chatrobot Billie kwam ik bij een heuse medewerker terecht. Het zou zomaar kunnen zijn dat de chat vertaald werd doorgezet, met frases als ' Waarmee kan ik je graag helpen?' en ' binnen twee werkfagen ontvan je een terugkoppeling per mail . ' sluit ik dat zeker niet uit. Ik kopieerde naderhand onze chat en sloeg het op voor betere tijden, een schrijfidee zag ik erin. Dat ik het zo snel zou kunnen gebruiken had ik echter niet verwacht. Manisha, de menselijke stem achter de chat zei me dat ze het meteen voor me bekeken had en zei dat ze zag dat ze er echt niet uitkwam. Ze vervolgde met "Ik wil je wel toch graag helpen omdat ik zie dat je enthousiast bent om het te lezen dus ik ga het probleem meteen doorzetten naar de afdeling Digitaal team Vin je dat ok?". Natuurlijk vin ik dat oké!
In al mijn optimisme probeerde ik het echter zelf ook nog even op te lossen, vanmiddag opende ik met goede moed bolpuntkom. Daarbij kreeg ik vandaag een boekentip van mijn ex, via mijn oud-buurvrouw en nu vriendin, dat boek stond ook op koboplus toevallig en wilde ik er meteen bij downloaden. Maar nee, ook dat boek deed niet wat ik wilde dat het deed; een keurige melding kreeg ik dat het boek toegevoegd is aan kobo-plus en vervolgens is het nergens te vinden en dus niet leesbaar. Daar is mijn proeftijd en éénmaandelijkse abonnement niet voor bedoeld! Hoe vaak ik het ook probeerde, lukken deed het niet. Tegen mijn gewoonte in staakte ik de pogingen en liet het voor wat het was, dan geen boek......
In de middag ontving ik een mail van Ellen van bolpuntkom, met de verkeerde informatie uit de chat (opgeslagen door die stomme robot) en een verkeerd telefoonnummer (dat was mijn eigen schuld) kon zij mij niet bereiken en niets voor mij betekenen. In korte zinnen legde ik het probleem uit, stuurde een printscreen door en liet het maar weer voor wat het was. Eerlijk gezegd verwachtte ik er niet veel meer van. Tot ik zojuist een mail ontving, in de enkele zichtbare zinnen uit het pop-up scherm wat ik op mijn laptop voorbij zie komen maak ik al op dat dit goed nieuws is. En ja hoor, het komt me toe! Met dank aan een uitgever die precies deze twee boeken uit het assortiment haalde en bolpuntkom die '0 euro met je kobo-plus' liet staan, vallen de boeken me in de schoot! "Om je toch leesplezier te geven krijg je van mij een cadeaubon van 20 euro om de ebooks zelf aan te schaffen en zo toch nog fijn te lezen.Veel leesplezier gewenst!" schrijft Natascha me. Ik zeg: het legt me geen windeieren dat voor mezelf opkomen. Daar moest ik maar eens mee doorgaan. Is't niet voor de fijne beloning dan wel om over naar huis te schrijven!
@ september 2022