Ik zie steeds meer tijdens mijn gebruikelijke rondje wandelen over de Dokkumer paden en lanen. De natuur groeit en bloeit en de dagelijkse foto laat prachtige wolkenluchten zien. Maar ook het menselijk gedrag blijft een reden tot verwonderen, zo zag ik vandaag een jonge vrouw op een bakfiets. Naast haar zwoegde een jochie op een klein fietsje (ouder dan vier kan hij niet geweest zijn) en voor haar uit stepte een meisje van ongeveer dezelfde leeftijd. De drie ukken in de bak van de bakfiets oogden nog jonger en ook de dame zelf was aan de jonge kant (vergeleken met mij ;-) ). Het gezelschap fietst net de wijk uit als ik aan kom lopen en komt me tegemoet. Voor ik er erg in heb, maar ook voor de jongedame er erg in heeft, slaat het jochie linksaf en fietst aan de ene kant van de sloot het park in. De dame en het meisje rijden echter door en nemen de volgende afslag links, aan de andere kant van de sloot. Het bevreemd me een beetje, het jochie is nog zo jong en als het jouw verantwoordelijkheid is het kind veilig naar school te brengen, dan weet ik niet of ik zo onoplettend zou willen zijn. Maar enfin, wie ben ik om dat te vinden, mijn maat is ook maar mijn maat. Maar toch, als ik vervolgens zie dat de jongedame, die de vijf kinderen veilig door het verkeer moet loodsen met haar volledige aandacht bij haar telefoon is, is mijn maat toch wel vol hoor! Met haar linkerhand stuurt ze de bakfiets, met haar rechterhand houdt ze haar telefoon vast en haar rechterduim maakt overuren. Niet alleen is haar aandacht bij haar telefoon, ze is ook nog actief aan het chatten! Liever oordeel ik niet, maar dit tafereel, daar vind ik wel iets van. Ik vervolg mijn wandeling bewust en met aandacht. Met een 'hallo', 'goedemorgen' of 'moarn' voor iedereen die ik tegenkom vervolg ik mijn-blij-dat-het-weer-kan-wandeling.
Wie of wat geef jij vandaag aandacht?
Of mag het geen naam hebben, en heeft de zangeres zonder naam het bij het verkeerde eind als ze zegt dat scheiden doet lijden voor iedereen? Ik heb het niet over het verbreken van een relatie, of van een vriendschap. Via een serie kwam dit thema op mijn pad en hoewel ik me terdege bewust ben dat fictie niet het beste voorbeeld hoeft te zijn, hebben de schrijvers ongetwijfeld geput uit ervaring. Of uit de ervaring van anderen, dat kan ook. Hoe het ook zij, ik noteerde het thema bij de vraag-van-de-week (of maand ;-) ) en wist helemaal zeker dat ik dit thema onder de aandacht wilde brengen toen het ook gisteravond in een serieus gesprek ter sprake kwam. Zoals gezegd, het gaat hier niet om het verbreken van de relatie met een ander, maar..... over de relatie met je zelf. In de serie kampte een jonge vrouw met ernstige post-covid klachten, ze was een z.g. 'long-hauler'. In de aflevering besefte de vrouw dat ze afscheid moest nemen van haar oude leven, van haar oude zijn. De activiteiten die ze toen kon, de activiteiten die onderdeel uitmaakten van haar zijn in de wereld, die activiteiten waren niet meer mogelijk. Ze kwam tot de conclusie dat ze zich niet bezig wilde houden met wat mogelijk nog kan komen in de toekomst (in de zin van: hopen op), maar ze wilde haar aandacht richten op wat er in het heden wél aanwezig was. Het proces van scheiden van je eerdere dromen, verwachtingen, gewoontes en overtuigingen, dat doet pijn. In het gesprek gisteravond doemde het thema wederom op. In een periode van ziekte, een ziekte waarvan de prognose is dat het drie tot vijf jaar duurt om te herstellen en waarbij 30 procent van de getroffenen niet hersteld, veranderde de vriendin met wie ik sprak. Het vertrouwen om beter te worden is, onder deze omstandigheden en met de kennis van de ziekte, op z'n plek, maar ook als ze volledig zal herstellen, dan zal ze na drie tot vijf jaar een ander mens zijn, dan voor ze ziek werd. De tijd staat niet stil en ook in tijden van ziekte wordt een mens ouder. Daarbij, als haar gezondheid de afgelopen anderhalf jaar niet of slechts marginaal verbeterd is, dan is het niet realistisch te verwachten dat het komende half jaar volledig herstel zal brengen. Een afscheid van oude overtuigingen en verwachtingen en van de persoon die ze voorheen was, is aanstaande. Denk maar eens aan overtuigingen als: 'als ik mijn best doe en mij inzet dan word ik beter', of 'als ik die medicijnen slik dan is het zo weer over'.
Zelf heb ik in dit proces al meerdere malen afscheid genomen van overtuigingen en verwachtingen die mij niet meer dienen. Ik nam afscheid van de persoon die kon wat ik toen kon. Daarmee geef ik niet op, ik gooi de handdoek niet in de ring. Ik heb nog steeds, en soms tegen beter weten in, alle vertrouwen dat mijn lijf doet wat het moet doen en dat ik een goed leven heb ..... èn zal hebben. Het betekent niet dat ik mij niet meer inzet en dat ik niet 'werk' aan mijn gezondheid, het betekent dat ik me in het 'nu' niet bezighoud met 'hopen op' en met verwachtingen van een toekomst. Het betekent dat het 'nu' van waarde is, dat ik het 'nu' waardeer voor wat het is. Dat ging niet zonder pijn of moeite, dat ging niet zonder verdriet. Het is een proces wat je bewust aan mag gaan, waar je tijd voor mag nemen en wat je meerwaarde geeft. Ik ben ervan overtuigd; scheiden doet lijden, maar .......... niet scheiden óók.
Wat weet jij?
|
Ik zit op een terrasje, de zon schijnt. Naast me zitten twee meiden, ze voeren een typisch vrouwen gesprek. Je kent het wel: toen zei hij / hij snapt er echt niets van / maar hij moet toch zijn best doen / vind je ook niet?. Ik besef me ineens dat ik naakt ben. Alleen een slipje neem ik waar. Dat is gek?! Zojuist bij de leesclub in het oude huis van beppe, waar mijn leesclubvriendin S problemen had met haar huisbaas en de leesclub haar laatste bijeenkomst hield en er desondanks een nieuw lid aansloot, had ik nog kleding aan! Het nieuwe lid schuift ook nu aan, ineens zit hij bij me aan tafel. Het is een donkere, kleine man met pikzwart krulhaar en felgekleurde kleding aan. Ik ken hem van mijn werk, hoewel het me op dit moment niet duidelijk is welk werk dat is. Er ligt een zonnebril op tafel en in een tas die ik bij me heb zit een lichte, lange jas met grote zwarte knopen en een ceintuur. Onder de verbaasde ogen van de meiden naast me trek ik toch maar wat aan. Voor mij hoeft het niet, ik voel me prettig zoals ik ben, maar omwille van het publiek is tenminste iets aantrekken wel beter, besluit ik. De jas staat me fantastisch en de zonnebril maakt het af. Ik zie er uit als een incognito filmster en zo voel ik me ook!
Tot ik wakker word. Dan ben ik slechts verbaasd. Ik droom wel vaker dat ik naakt ben, dan meestal in een bepaalde setting en bij bepaalde mensen, nog niet eerder droomde ik zo uitgesproken over naakt-zijn in nabijheid van vreemden. Ik zal het opvatten als een goed teken. De internet-droomuitleg doet dat ook; deze droom vertelt me dat ik me eerlijk, open en vrij kan uiten en me daar niet ongemakkelijk bij voel. Het aantrekken van een jas kan strategisch zijn, niet in iedere situatie is volledige openheid en eerlijkheid een vereiste. Soms is het beter om je aan te passen of om af te stemmen. Ik vind het een prima uitleg. Hoewel een droomuitleg natuurlijk net een horoscoop is........het klopt altijd! En dat klopt ook; ik klop, het (hart) klopt en het is kloppend (in meer dan één opzicht). En dat is dan net een 'klop' teveel, dan wordt het zo'n vervreemdend woord waarvan je denkt 'klopt dit wel?'. Probeer het maar eens, herhaal een woord tot je er suf van wordt en je herkent het niet meer terug. Ik zal het woord 'kloppen' in de vraag vermijden, vandaag ben ik nieuwsgierig naar:
Wanneer voel jij je naakt?
Wanneer oordeel jij?
In beweging blijven, zegt de één, een pas op de plaats, zegt de ander. Voor mij werkt het om van tijd tot tijd een pas op de plaats te maken. Vanuit dat moment, wat zeer kort kan zijn, borrelen de ideeën des te heviger op. Inspiratie ontstaat in de stilte, niet in de actie. Zo heette mijn dagboek vandaag 'pas op de plaats' (om een opkomende hoofdpijn te bezweren overigens) en ontdekte ik in die ruimte nieuwe boeken. Waaronder een boek over 'chõwa', een filosofie over harmonie in je leven brengen. Ik weet niet of ik het perse nodig had, ik voel me best harmonieus en toch voegde dit boek iets toe. Vanuit de pas op de plaats bracht het me (nog) een pas op de plaats en deed het allerlei ideeën ontstaan. Associatief als ik ben ligt de stof om een kimono te maken al klaar! (ooit terug te vinden bij experimenteren onder de k van kimono ;-)). Wat vind jij? Mag je zo nu en dan een pas op de plaats maken? En kom je dan vooruit? Of is stilstand achteruitgang? Of móet je zo nu en dan een pas op de plaats maken om in beweging te kunnen komen? Wanneer maak je dan een pas op de plaats? En zitten er grenzen aan die pas op de plaats, moet je op een bepaald moment weer gaan lopen en kilometers maken?
Jarenlang maakte ik mezelf wijs dat ik die écht nodig had, de stok achter de deur. Zelfs nadat mijn ondernemerscoach me vertelde dat hij nimmer zo'n gedisciplineerde coachee ontmoette en het daar echt niet aan lag, vond ik dat ik die stok achter de deur node kon ontberen. Het kan verkeren. Een aantal weken geleden hield ik een hartstochtelijk pleidooi tégen de spreekwoordelijke stok achter de deur; ik vertelde de ergotherapeut-voor-één-keer dat mijn motivatie in mij zit, en niet in haar. Dat een vette worst voorhouden (in ieder geval in die situatie) onnodig is en dat ik geen stok achter de deur hoef die maar al te vaak verandert in de stok om mee te slaan. Nee, voor mij geen stok meer achter de deur, niet nog meer trucjes om tot méér te komen dan ik kan. Die tijd is voorbij. Als ik kan, dan doe ik. Als men kan, dan doet men. Zo simpel is het volgens mij. Of misschien is de werkelijkheid genuanceerder dan dat en is die stok achter de deur soms nodig? En soms ook niet? Mijn vraag deze week is:
klik op de afbeelding om de volledige cartoon te zien
Wat te doen? Naast me in de bibliotheek zit een jonge meid. Ze regelt in perfect Engels haar nieuwe energiecontract voor de woning, over tien dagen krijgt ze de sleutel. Ook met haar goede beheersing van het engels is het nog flink ploeteren. Het spellen van haar achternaam (Mexicaans) is een regelrechte marteling. Is het de A van apple en de H van house? De N voor nose is ook een mooie, maar blijkbaar onbegrijpelijk voor degene aan de telefoon. Je begrijpt, ik sta te popelen! 'Can I help?' vroeg ik haar al rustig. De oversized koptelefoon belemmert echter alle communicatie en ik laat haar rommelen. Mijn hulp is hier niet gewenst en niet nodig ook. Zeg nou zelf, dit zijn precies de ervaringen die je nodig hebt om op te groeien en zorgen later voor mooie verhalen op feestjes, op het werk of aan het begin van een nieuwe vriendschap. In andere situaties twijfel ik geen seconde; de oudere dame op het perron help ik met haar koffer, voor de dame die haar boodschappen terug moet leggen omdat ze te weinig geld heeft betaal ik de boodschappen en de collega die op zoek is naar een functieprofiel mail ik het document. Ten overvloede zo blijkt en mijn 'misstap' wordt meteen onderdeel van zijn afscheidsspeech voor mij; behulpzaam zijn is prima, maar soms staat er 'te' voor! In plaats van efficiëntie te bereiken deden we nu beiden het werk. Toch ben ik blij dat ik behulpzaam kan zijn en het is een deel van mij wat ik koester. Maar al te vaak kán ik het niet. Ik sta in de familie niet bepaald bekend (meer) als degene die de vaat doet, kookt en helpt bij het afruimen. Nee, ik ben noodgedwongen degene die tegen alle opvoedkundige adviezen in met lege handen naar de keuken loopt! Als ik al loop ;-). Desondanks sjouw ik toch die koffer (en kan ik mijn eigen nauwelijks dragen), betaal ik die boodschappen (en kan ik de mijne niet betalen) en geef ik waar het uitkomt gevraagd én ongevraagd advies en hulp.
Wat vind jij? Kent behulpzaamheid grenzen? Mag je overal bij helpen? Gevraagd of ongevraagd? De nieuwe vraag van de week is dan ook:
Nee, vandaag ben ik niet heel erg fit. Niet geslapen hebben vannacht kan een goede verklaring zijn, maar eerlijk gezegd, ik ben best vaak, zo niet altijd, niet fit. Niet fit zijn is mijn fabrieksinstelling en om daar een weg in te vinden maakte ik eens (naar advies van mijn psycholoog/coach) een beslisboom. Zijn tip; schrijf een aantal klachten op die zich regelmatig voordoen en geef aan of het een 'go' of een 'no-go' is. Op die manier hoef je in het moment zelf niet te besluiten, want daar was ik dan niet toe in staat. Ken je dat? Dat je in een bepaalde toestand het echt niet meer weet? Het zal sommige mensen misschien verbazen maar ook ik met mijn doorgaans gedecideerde gemoed heb er last van ;-). Het lijstje hielp een beetje; (alleen) als ik koorts had riep ik de beslisboom in gedachten en meldde ik me ziek. Soms. Die koorts (of verhoging) kwam zo vaak voor, ik kon me toch niet iedere keer ziek melden en in bed gaan liggen? En trouwens, ook alle andere klachten kwamen best vaak voor, die waren voor mij normaal! (in 2015 schrijf ik al in mijn dagboek over het 'nieuwe normaal', ik had daar echt geen Corona en Rutte voor nodig). En als iets normaal is, als die verhoging of koorts er altijd is, als buikloop geen uitzondering is maar regel, als pijn op ieder moment op kan komen, wat doe je dan? Ben je dan ook altijd ziek? Ik vond toen van niet! Het roept een nieuwe vraag op:
Vandaag was een rustige dag voor me. Zo nu en dan bekruipt me het gevoel, had ik niet meer moeten doen? Misschien nog een beetje meer mijn best doen? Had ik tenminste de was op mogen hangen in plaats van de droger te gebruiken? Of mag je nietsdoen? Ik heb er nog al eens moeite mee om naar mijn lijf te luisteren, terwijl het zo nu en dan tegen me schreeuwt met al die klachten van me. En is het dan legitiem om te lummelen en niet productief te zijn? Wanneer mag het wel, wanneer niet? Ik ben nieuwsgierig en stel je de vraag:
Mag je nietsdoen?